Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch Gij [39]vertoogt het [40]vele jaren over hen, en betuigdet tegen hen door Uw Geest, door [41]den dient Uwer profeten, maar zij neigden het oor niet; daarom hebt Gij hen gegeven in de hand van de volken der landen. 39. Gij hadt geduld met hen en verschoondet hen, de straf uitstellende. 40. Zolang als de koninkrijken van Juda en Israel geduurd hebben. 41. Hebreeuws, hand.